1. Ingrediëntenlijst:
Deze is gerangschikt op volgorde van hoeveelheid, het eerste ingrediënt komt het meeste voor. Staat suiker bijvoorbeeld vooraan? Dan bestaat het product voor het grootste deel uit suiker. Het liefste is de ingrediëntenlijst bovendien zo kort mogelijk: hoe korter deze is, hoe minder bewerkt het product.
2. Portiegrootte:
Controleer hoe groot de aanbevolen portie van een product is. De portiegrootte is een richtlijn met als doel de juiste hoeveelheid voedingsstoffen binnen te krijgen en je voedingsinname in evenwicht te houden. Het komt echter voor dat een verpakking twee koekjes bevat, terwijl de portiegrootte maar één koekje is. Zo eet je al gauw het dubbele van de geadviseerde hoeveelheid.
3. Voedingsclaims:
Kijk verder dan claims zoals ‘0% vet’, ‘light’ of ‘geen toegevoegde suikers’. Dit betekent namelijk niet direct dat het product gezond is. Fabrikanten compenseren regelmatig een lage hoeveelheid vet met meer suiker, of andersom.
4. Suikers:
De hoeveelheid suiker in je eten houd je altijd liever in de gaten. In de ingrediëntenlijst heeft suiker namelijk veel verschillende namen, soms staat er gewoon ‘suiker’ maar andere voorbeelden zijn glucosestroop en oligofructose. Eigenlijk staat er dan: suiker, suiker, suiker en krijg je dus snel te veel binnen. De WHO adviseert de inname van toegevoegde suikers te beperken tot maximaal 10 procent van je totale calorieconsumptie. Voor vrouwen komt dit neer op zo’n 50 gram, voor mannen is dit 60 gram.